Het essentiële kenmerk van kinesiologisch werk is de balans, of beter nog, het in balans brengen. Het erkennen en respecteren van het concept achter het woord balanceren maakt kinesiologisch werk effectief en zorgt ervoor dat de verschillende verantwoordelijkheden van cliënt en hulpverlener/begeleider of therapeut worden gerespecteerd.
Balanceren is afgeleid van het Middeleeuws Latijn bilanx ‘weegschaal’ (verkorte vorm van Latijn libra bilanx ‘waag, weegschaal met twee schalen’). Van daaruit: het Franse balance en het Italiaanse bilancia. Het is dus een proces dat zijn diepere betekenis slechts en enkel en alleen onthult als de balanszoeker dit dynamische evenwicht blijft in vraag stellen door middel van uitdagingen. Dus kan de balanszoeker alleen zichzelf in balans brengen en niet iemand anders.
Met dit inzicht en begrip verliest de vraag: “Houdt de balans stand?” haar betekenis. In plaats daarvan komen twee andere vragen naar voren:
1. Heeft de cliënt besloten dat hij of zij in iets specifieks moet slagen?
2. Heeft zijn/haar (lichaams)systeem meer of zelfs intensievere informatie of begeleidende oefeningen nodig om de balans in het dagelijks leven zelfstandig te herstellen of in goede banen te leiden?
Het beantwoorden van beide vragen is een proces dat uitsluitend onder de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de cliënt valt. De hulpverleners of therapeuten kunnen echter Essentiële Hulp bieden bij dit proces, want daar worden ze voor betaald.
« Weet dat Balans absoluut is. Als je twijfelt, weet dan dat het leven duurzaam is en dat Oorzaak en Gevolg Alles-In-Balans-Houdt. Dat kan niet anders. De mens kan in de illusie leven van zijn eigen gelijk maar die illusie reikt niet verder dan zijn benauwde, misleidende blik. Als je dit soms ervaart, visualiseer dan Balans in jezelf. »
Akamas Auriga