Enkele XpansiO-Bedenkingen …
« De mens gebruikt hooguit 10% van zijn potentieel »
… zei William James1. In een gulle bui. Want de werkelijke cijfers liggen merkelijk lager.
In zijn werk The Energies of Men maakte hij zijn tijdgenoten in het begin van de 20ste eeuw bewust van het feit dat de gemiddelde mens ver beneden zijn optimum functioneert:
« Vergeleken met wat we zouden kunnen zijn, zijn we maar half wakker. Onze vuren branden op een laag pitje, ons voorstellingsvermogen is beperkt. (…) Algemeen gesproken leeft de mens ver onder zijn capaciteiten. Hij beschikt over tal van krachten die hij gewoonlijk niet eens gebruikt … »
Concrete bewijzen van deze stelling heb je hopelijk al zelf ondervonden. Een spectaculair voorbeeld vinden we bij Guinness World Records. Een Amerikaanse vrouw van 56 kg zou in een moment van hevige opwinding een 1632 kg zware station wagon hebben opgetild, toen die door het breken van de krik op haar zoon terechtkwam. Een krachttoer die een ‘normaal’ mens in normale omstandigheden onmogelijk kan uitvoeren.
Je kunt ons vergelijken met een supersnelle auto waarmee je vliegensvlug ter bestemming komt — de wegrisico’s en verkeersreglementen even weggedacht. Maar in plaats van op acht cilinders vooruit te komen, sukkelt hij voort op amper één cilindertje (terwijl hij toch met al zijn cilinders energie verbruikt).
En wat we niet van onze auto zouden dulden, aanvaarden we wel bij onszelf. Wellicht omdat we niet weten wat het betekent optimaal te functioneren. Zo zijn we het sukkelen en kwakkelen gewend!
« De mens gebruikt zijn hersenen zoals het varken zijn snuit »
De geniale computer achter je ogen
Wat ons onuitputtelijk potentieel betreft, verdient ons hersensysteem wel een ereplaatsje. Het is werkelijk te perfect voor het leven dat we leiden.
Wij zijn geboren met het biologisch materiaal van een genie, maar wij lijken eerder op de supercomputer die in zijn verpakking wegroest. We zijn een genie. Althans in posse. Wist je dat Albert Einstein —in de gangbare normen het schoolvoorbeeld van een genie — niet méér hersenen had dan je buurman en niet méér hersenkronkels dan jij? Het geniale van Einstein zat hem niet in zijn hoeveelheid vlees. Eerder in zijn hoeveelheid verbeeldingskracht.
Met onze forse kilo hersenen hebben we ieder tussen de 67,3 en 86 miljard neuronen. Bijna evenveel als het aantal sterren in ons melkwegstelsel. Al deze neuronen zijn tot zowat 200.000 connecties in staat. De associatiemogelijkheden zijn zo onvoorstelbaar groot, dat ze ons (huidig) voorstellingsvermogen te boven gaat: 1 met 10 miljoen kilometers nullen. Nee, dat kan niet. Maar toch …
« Het brein is een wereld die bestaat uit onontdekte continenten en grote delen van onbekend terrein. »
Histoloog Santiago Ramón y Cajal, 1852-1934
« De mens is een god die aan geheugenverlies lijdt. Een wezen dat alles in zich heeft om goed te doen en te slagen, maar die zich regelmatig moet laten gidsen en herinneren door de droom en de verbeelding. Verbeelding is de zuster van de droom. Zij zorgt er insgelijks voor dat de mensen de toekomst kunnen plannen; dat ze ‘visionair’ kunnen leven. »
Akamas Auriga
De fabelachtige kracht van de verbeelding
Al het grote dat de mens ooit tot stand bracht — van de piramide tot de computer en van een gedicht tot een geslaagd leven — is het resultaat van zijn verbeelding.
Verbeeldingskracht maakt de mens tot de koning van de schepping en stelt hem tot zelfperfectionering in staat. Zodat hij zijn leven in handen kan nemen en zijn armslag kan vergroten. Of zijn vleugelslag, zoals bij Jonathan de Zeemeeuw2. De meeuw die plots beseft dat vliegen zijn ware aard is. En die zich begint te specialiseren in wat hij het liefst van al doet. Vliegen. Tot hij verbazingwekkende hoogten bereikt. Tot jaloezie van de andere meeuwen die hun leven verder vulden met het scharrelen achter vissersboten op zoek naar afval. Ze vragen hem naar zijn geheim. “Gewoon een beetje oefening”, antwoordt hij flegmatiek.
The sky is the limit. De mogelijkheden zijn grenzeloos. En je verbeelding is het atelier waarin je wensen werkelijkheid worden.
« Elk kasteel begon als een luchtkasteel! »
Akamas Auriga
Verbeelding en inbeelding. Het verschil tussen genialiteit en waanzin
De realiteit telt. Hier en nu. Gisteren is voorbij, morgen is er niet. Intenser leven wil zeggen intenser op het hier en nu ingaan. Concreet. Niet in je fantasie. Wanneer ik spreek over verbeelding, bedoel ik een bewuste en doelgerichte mentale activiteit vanuit een diepe ontspanning.
Zoals genialiteit grenst aan waanzin, zo ook grenst verbeelding aan schizofrenie. En om spraakverwarring te vermijden wil ik deze schizofrene verbeelding verder inbeelding noemen. Fantasie. Een voorbeeld zal het verschil duidelijk maken.
Inbeelding is de wensdroom van de zwakkeling, poepgaai, paljas, seut of kwibus die de harde realiteit niet aankan en zich liever een gemakkelijke realiteit inbeeldt. Het gaat hier om het gewone dagdromen waar iedereen zich wel eens aan bezondigt. Inbeelding is een drug. Het verklaart het succes van heldenfilms waar roemloze pantoffelhelden zich even kunnen vereenzelvigen met de superkrijger.
Verbeelding is scheppend, creatief, doelgericht. Het is de mentale voorbereiding op de actie, op een voller leven. In de taal van het onderbewuste. En al lijken verbeelding en inbeelding technisch op elkaar (het gaat hier immers om identieke beelden en dezelfde intensiteit), toch is er een hemelsbreed verschil. Bij de verbeelding hanteer je bewust beelden om een verder doel te bereiken, erop gericht de realiteit beter aan te kunnen. Met inbeelding wordt de realiteit die je niet aankunt verder ontvlucht, met energieverlies en een innerlijke ontregeling tot gevolg. En achteraf ben je er nog beroerder aan toe. Daarbij vertrek je bij verbeelding steeds vanuit een bewuste staat van ontspanning.
Je onderbewuste. Sleutel op succes … of mislukking
Ons onderbewuste is een computer die we hebben. Niet zijn. Dit blijkt al uit ons taalgebruik. “Hoe gaat het met je?”, “Met mij gaat het goed!”. Alsof we afhangen van een grillig mechanisme in onszelf. En meestal is dat wel zo. Veelal is ons onderbewuste onze verborgen baas waarover we geen controle hebben. Denk maar aan plankenkoorts, roken, slapeloosheid. Louter willen volstaat veelal niet om te bereiken wat we willen.
Je kunt ons vergelijken met een ijsberg. Slechts 1/10de (een getal dat we afronden voor de gemakkelijkheid) zit boven water. In deze vergelijking vertegenwoordig het topje van de ijsberg ons bewuste denken, gesitueerd in de grijze hersenmassa die ons van het dier onderscheidt. Dit bewuste, rationele denken maakt het ons mogelijk doelen voorop te stellen, vergaderingen te beleggen, logische verbanden te zien, rechtlijnig te denken en verstandelijk te willen. Maar of we inderdaad bereiken wat we willen, hangt niet meer af van ons topje denken. Wel van de drijvende massa onder water. De 9/10de. De emoties, impulsen, onderbewuste mechanismen. Hoezeer de wind ook in één richting waait, nooit zal ze kunnen optornen tegen een onderzeese stroming in tegenovergestelde zin. En dat geldt ook voor ons. Kreten als ‘willen is kunnen’ zien vaak innerlijke realiteiten over het hoofd, die zich best kunnen uiten in pijnlijke neveneffecten.
Welke richting het onderliggende deel van de ijsberg uit wil, hangt af van programmaties en invloeden. Veelal onbewust. Heilzame (positieve) programmaties moeten bewust worden gedaan, onheilzame (negatieve) sijpelen vanzelf binnen. Hoe jonger we waren, hoe dieper ze in ons werden gegrift. Te beginnen bij emoties van onze moeder, die via de gemeenschappelijke bloedcirculatie ons leven al beïnvloedden nog voor we het levenslicht zagen. Ons onderbewuste, dat onze sleutel op ons succes zou kunnen zijn, dicteert vaak onze mislukking. Te wijten aan onverwerkte pijn, kritiek, stinkende gedachten. Eén ding moeten we altijd goed voor ogen houden: onze onderbewuste supercomputer is enerzijds goddelijk geniaal maar anderzijds machinedom. Het onderbewuste denk niet na. Het voert letterlijk uit waarmee het geprogrammeerd werd. Het registreert al wat je tot jezelf zegt. Al wat anderen over je zeggen en wat je voor waarheid aanneemt. Het onderbewuste is als een bandrecorder die altijd alles registreert en de data doorstuurt naar de machinekamer. Zonder te oordelen over de waarde van de input. Met alle gevolgen van dien! Een onbezonnen opmerking als: ‘Jij zult nooit kunnen rekenen!’, kan van een kind een blijvende ‘nul’ in wiskunde maken. Zonder de echte oorzaak te kennen, zal het levenslang moeten optornen tegen het onderliggende deel van de ijsberg. En elk kind krijgt in zijn prille programmaties tientallen etiketten mee die zwaarder doorwegen dan de ouders en ‘opvoeders’ vermoeden — al sleuren zij zelf ook een loodzware last uit hun kinderjaren mee.
De onderbewuste onheilzame of negatieve programmaties zijn één van de hoofdredenen waarom de meeste mensen de kleurloze middelmaat nooit overstijgen. Ondanks hun dagelijks wroeten en wringen. Innerlijk werk zou een massa uiterlijk werkt gespaard hebben!
Je krachtbron inschakelen
In plaats van met zevenmijlslaarzen vooruit te gaan, is het leven van de doorsneemens een processie van Echternach. In autotermen gesproken duwt hij tegelijk op de gaspedaal en de rem. De motor loeit, maar hij komt amper vooruit — misschien is het nog een geluk voor zijn omgeving — en zijn organische machine takelt nodeloos af. En ontijdig.
Om in het leven te bereiken wat je wil, moet je je Interne Krachtbron kunnen inschakelen. Je onderbewuste in de juiste versnelling krijgen. Hoe? Door de taal van je onderbewuste te hanteren. Met heilzame suggesties en beelden. Beelden regelen ons organisme, het onderbewuste denkt in beelden. Al in de moederschoot droomden wij, en we verschillen daarin niet van de dieren. Zelfs een kuikentje in het ei droomt. De beeldentaal is onze archaïsche taal (archaïsch in de zin van oorspronkelijk). Met een eigen droomlogica die vaak verschilt van ons rationele denken.
« There’s a way to do it better — find it. »3
Thomas Alva Edison
Wanneer we deze oorspronkelijke beeldentaal begrijpen, weten we wat er in ons onderbewuste omgaat. En wanneer we deze taal spreken, kunnen we onszelf — en dus ook ons leven — in de gewenste richting sturen. Beelden beïnvloeden ons meer dan we denken. Ook daarom werkt de reclame met beelden en worden abstracte begrippen angstvallig geweerd. Men koopt immers niet met het verstand, al hebben de meeste mensen wel die pretentie (ik kom hier later in een volgende bijdrage wel eens op terug). Er zijn spectaculaire staaltjes bekend van subliminale reclame waarbij uiterst snelle boodschappen niet bewust worden waargenomen, maar onder de bewustzijnsdrempel het koopgedrag beïnvloeden. En nu komt het erop aan je eigen reclameman te worden. Om precies die beelden te vormen en te herhalen — zodat je onderbewuste ze voor waarheid aanneemt — waarvan je weet dat ze je heilzaam (positief) gaan beïnvloeden. Het klinkt nu wellicht nog wat theoretisch, maar het zal wel duidelijker worden naarmate je vordert met de XpansiO Academy.
Je zult kennismaken met diverse verbeeldingstechnieken voor uiteenlopende toepassingen. We kiezen (i.e. “testen”) die techniek(en) waarmee je het liefst en het best werkt. De kinesiologische XpansiO-methode zal het wel uitwijzen. Reële vooruitgang zal je beste maatstaf zijn.
Lees meer1William James (New York, 11 januari 1842 — Chocorua, 26 augustus 1910) was een Amerikaanse filosoof en psycholoog. Hij was degene die de moderne Europese psychologie naar de Verenigde Staten bracht. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste personen in de geschiedenis van de Amerikaanse psychologie. Als filosoof wordt hij in de traditie geplaatst van het pragmatisme, als een der hoofdpersonen naast C. S. Peirce en John Dewey.
2Richard Bach, Jonathan Livingston Zeemeeuw, Strengholt. Richard David Bach (Oak Park, Illinois, 21 juni 1936), is een Amerikaans schrijver die zowel fictie als non-fictie op zijn repertoire heeft staan. Zijn doorbraak als schrijver vond plaats in 1970 met Jonathan Livingston Seagull (Jonathan Livingston Zeemeeuw).
3« Er bestaat altijd een betere manier om iets te doen — zoek en vind ze! » (Thomas Alva Edison, Milan (Ohio), 11 februari 1847 — West Orange (New Jersey), 18 oktober 1931) was een Amerikaanse uitvinder en oprichter van General Electric Company).